Op 30 januari zijn het ministerie van VWS, VNG, Jeugdzorg Nederland, VGN, Gezinshuis.com en Driestroom tot een gezamenlijke afspraak gekomen: Jongeren mogen in een gezinshuis blijven wonen tot hun 21e verjaardag.
Met deze bestuurlijke afspraak willen de partijen het voor jongeren in een gezinshuis vanzelfsprekend maken langer gebruik te maken van de hulp en ondersteuning van het gezinshuis, opdat ze het huis verlaten wanneer ze hier aan toe zijn.
Goed nieuws
En dat is goed nieuws voor de jongeren. Niet zelden komen jongeren in een gezinshuis uit onveilige en problematische situaties. Het opbouwen van stabiliteit en vertrouwen is van cruciaal belang voor hun verdere leven. Een langer verblijf in het gezinshuis, waar een vertrouwensband met de gezinshuisouders is, hebben jongeren nodig om toe te groeien naar zelfstandigheid.
John Goessens, manager wonen en opgroeien van Entrea Lindenhout, kan dat beamen: “Je eigen plek vinden in onze complexe samenleving is lastig zat, zeker voor jongeren bij wie het niet mee zit. Om zelfredzaam te worden heb je tijd, houvast en verbinding nodig. En juist dat ligt besloten in die plek in dát gezinshuis. Bij gezinshuisouders die met heel hun hart bij je blijven zolang dat nodig is, en je loslaten als de tijd rijp is.”
Zachte landing noodzakelijk
Ook Herman Jonkmans, bestuurder van Gezinshuis.com is blij met de afspraak om jongeren standaard tot 21 jaar de zorg van een gezinshuis te bieden. Hij kent voorbeelden van jongeren die met deze maatregel geholpen zouden zijn. Zo sprak Jonkmans laatst met een gezinshuisouder van een jongen die op zijn 18e het huis uit moest: “Die jongen is gaan zwerven, met alle gevolgen van dien. De kans is groot dat dit niet was gebeurd, als hij langer de tijd had gehad om zelfstandig te worden in het gezinshuis. Dit had hem een betere basis gegeven. Een zachtere landing in de maatschappij is noodzakelijk voor deze jongeren”
Maatwerk
Het moment waarop jongeren toe zijn aan zelfstandigheid of een andere woonvoorziening verschilt. Bij sommigen is dat als zij 18 jaar zijn. Anderen zijn hier op 19- of 20- jarige leeftijd (of nog later) aan toe. Dit vraagt dus om maatwerk en flexibiliteit. Belangrijk is om al vroegtijdig te werken aan een leven na het gezinshuis. Er moet perspectief zijn of gecreëerd worden op gebied van wonen, werk of onderwijs, inkomen, zorg en ondersteuning. Onderdeel van de afspraak is dat in gesprek tussen jongere, gezinshuisouder(s) en gemeente wordt vastgesteld wat er voor de jongere – op weg naar zelfstandigheid – precies nodig is.
Financiële middelen
Afgesproken is dat het Rijk financiële middelen toevoegt aan het gemeentefonds, dat gemeenten zorgdragen voor de uitvoering van de afspraak en dat partijen na twee jaar gezamenlijk het effect van de afspraak onderzoeken.